Henri
George Klatt (Ambarawa, 28
april 1881 – Kandangan, 11 juli 1930 ) was een
Nederlands bestuursambtenaar in Nederlands-Indië, onder meer assistent-resident
in de Zuider- en Ooster-afdeling van Borneo.
Leven
en werk
Klatt werd geboren als zoon van de kapitein der infanterie
bij het Oost-Indisch Leger Hendrik Theodorus Johannes Klatt en Frederica
Johanna Diederiksz.
Nadat hij in 1902 de HBS in Samarang had voltooid, slaagde
hij begin 1905 op 23 jarige leeftijd in Batavia voor het groot-ambtenaarsexamen.
Hij begon zijn loopbaan als aspirant-controleur in de residentie
Tapanoeli. Daar werd hij toegevoegd aan de controleur W.K.H. Ypes van de
onderafdelingen Toba en Silindoeng. Ypes was betrokken bij de achtervolging van
de laatste “koning” van de Batak Si Singamangaradja.
Eind augustus 1906 volgde
bevordering tot controleur van Toba. Resident was toen de “Vader der Bataks”
Louis Christiaan Welsink.
Achtereenvolgens werd Klatt als controleur belast met het bestuur
in onderafdelingen van de residenties: Tapanoeli, Wester afdeling van Borneo en
Palembang.
In juni 1920 werd hij benoemd tot assistent-resident van
Paré-Paré (gouvernement Celebes en Onderhorigheden). En daarna in de residentie
Zuider- en Ooster-afdeling van Borneo tot assistent-resident van de afdelingen Koealakapoeas
en Oeloe Soengei (standplaats Kandangan).
In 1911 werd hem wegens gewichtige redenen verlof verleend
naar Soerabaia, waar hij op 11 september trouwde met zijn nicht Jeanne Emelie
Klatt (Soerabaia, 7 april 1892 – Den Haag, 6 september 1951), met wie hij zes
kinderen kreeg.
In 1922 werd hem wegens langdurige dienst één jaar verlof
naar Europa verleend.
Op 19 april vertrok hij met zijn gezin met het s.s Rembrandt naar Nederland.
In september 1928 bracht gouverneur-generaal Andries Cornelis Dirk de Graeff een werkbezoek
aan de Zuider- en Oosterafdeling van Borneo, waar Klatt hem ontving in zijn
ambtswoning te Kandangan.
Hij overleed op 11 juli 1930 aan een longontsteking in het ziekenhuis te Kandangan en werd bijgezet
in het familiegraf op de begraafplaats Peneleh te Soerabaia. Hij liet vrouw en vijf
nog schoolgaande kinderen achter. Hij was een ervaren bestuursambtenaar, die
een ieder gaarne terwille was. Van de foto’s, glasnegatieven en tekeningen die
hij tijdens zijn ambtsperiode maakte zijn er vele bewaard gebleven. Zijn weduwe
vertrok in augustus 1938 met de Christiaan
Huygens naar Nederland (Den Haag).
Bronnen, noten en/of referenties
Dit artikel is grotendeels gebaseerd op berichten uit Indische
kranten.
(Deze kranten zijn in te zien bij de Koninklijke Bibliotheek
in Den Haag en met behulp van www.delpher.nl)
landschap Sumatra houtskool |
dorpshoofden Sumatra houtskool |
kampong aan de kali houtskool |
Na de dood van Henri George Klatt is zijn weduwe met de kinderen naar Holland teruggekeerd.
Veel spullen van haar man zijn in een aantal hutkoffers meegenomen en opgeslagen op de zolder van het herenhuis in de Snelliusstraat in ’s-Gravenhage waar zij ging wonen.
Daar hebben zij vele jaren lang slechts stof vergaard en zijn nooit geopend. Pas onlangs , nadat het laatste familielid dat er nog woonde was overleden, moest de boel geruimd worden en kwamen de koffers weer tevoorschijn.
En hier begint het verhaal over de vondst van een schat aan unieke documenten, honderden glasnegatieven en tekeningen uit een koloniale periode die nog maar zo kort geleden lijkt.
De negatieven op glas worden eerst zorgvuldig geconserveerd voor ze kunnen worden afgedrukt maar nu is al te zien dat er beelden bij zijn van woeste gebieden waar het Gouvernement nooit eerder een voet zette.
De tekeningen laten veel situaties en landschappen zien maar ook verrassend vaak mensen en hun bezigheden. Bijgaande schetsen in houtskool en bamboe-pen zijn waarschijnlijk gemaakt op Sumatra.
Wordt vervolgd
Geen opmerkingen:
Een reactie posten