houtskool en oostindisch inkt op grauw-bruin papier ± 35 x 50 cm ongesigneerd |
De stijl komt zo op het oog ook niet overeen met andere tekeningen waarvan vast staat dat ze door H.G.Klatt gemaakt zijn.
Op heel Sumatra kwamen in die tijd nog heel veel tijgers voor. Het waren zeer schuwe dieren, die men zelden te zien kreeg. Hun voornaamste voedsel bestond uit dwergherten, varkens en klein wild.
Maar kreeg hij bijvoorbeeld een kind te pakken dat zich buiten de bescherming van de kampong in het oerbos waagde, dan wende hij snel aan zo'n makkelijke prooi.
Deze 'menseneters' werden dan levensgevaarlijk en konden een hele streek terroriseren. Zo'n beest moest gedood worden. Een drijfjacht van een groot aantal dorpelingen met lange vlijmscherpe bamboesperen gewapend, had maar zelden succes door de slimheid van de tijger en de grote afstanden die hij aflegde. Als valkuilen of vangkooien ook niets opleverden deed men een beroep op de geweren van het Hollandsch gezag. Het vlees, waaraan magische krachten werden toegeschreven, werd verdeeld en de jager kreeg het vel.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten