zondag 4 december 2016

Fort de Kock

In de hutkoffer die Klatt heeft nagelaten is correspondentie met een van zijn collega's uit die tijd, de controleur Westenenk, aangetroffen.  Daarin schrijven zij over de oplaaiende onrust in het gebied.

In juni 1907 heeft Westenenk zich met een bataljon soldaten in fort de Kock moeten verdedigen tegen een felle aanval van vele honderden moslimopstandelingen, in het wit geklede jihadstrijders.
Fort de Kock ligt in Bukittingi op West Sumatra, niet ver dus van de standplaats van Klatt.
Vlakbij is het Karbouwengat, een kloof, die waarschijnlijk op de eerder geplaatste houtskooltekening is uitgebeeld.




















De opstanden waaiden over vanuit het noordelijker gelegen Atjeh. Een van oudsher vijandig gebied waar met zich fel tegen de Nederlandse overheersing verzette. En hoewel van Heutsz claimde er met harde hand de orde hersteld te hebben laaide het verzet steeds weer op.
Het was daarna majoor van Daalen die met zijn marechaussees met ongehoord geweld de opstandige hoofden op de knieƫn dwong. Nietsontziend joeg hij in sommige streken de helft van de bevolking over de kling, vrouwen en kinderen incluis. Dat riep overal bij het Nederlands Bestuur grote weerzin op. Maar in Batavia en Den Haag vond men het wel best ,een enkele politieke partij daargelaten.

Atjehse strijders als Teuku Umar en zijn vrouw Cut Nyak Dhien worden in het huidige Indonesie als nationale helden geeerd.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten